Anatomie:
De spieren zitten doormiddel van pezen vast aan de botten. Ze lopen over één of meerdere gewrichten. Door samen te trekken (aanspannen) vindt er een beweging plaats waarbij het ene bot in de richting van het andere wordt getrokken.

Spieren bestaan uit verschillende spierbundels die vervolgens weer bestaan uit verschillende spiervezels. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 soorten spiervezels; Type 1, type 2A en type 2B.
Type 1 ook wel rode spiervezels genoemd, zijn goed doorbloed en hierdoor zuurstofrijk. Type 1 spiervezels spannen aan door gebruik te maken van zuurstof. Hierdoor zijn de type 1 spiervezels in staat om lichtere activiteiten voor langere tijd uit te voeren zonder vermoeid te raken.
Type 2B, deze vezels worden ook wel witte spiervezels genoemd omdat de vezels minder goed doorbloed zijn. De aanspanning en ontspanning van de spier kan zonder behulp van zuurstof plaats vinden. De eigenschappen van type 2B vezels stellen de spier in staat om explosieve en zware activiteiten uit te voeren. Deze spiervezels zijn echter wel snel vermoeid en produceren snel en veel lactaat, dit zorgt voor verzuring
Type 2A wordt de intermediaire spiervezel genoemd en is eigenlijk een mix tussen bovenstaande twee types. Type 2A vezels staan bekend om het leveren van kracht én uithoudingsvermogen. De kracht is echter niet zo hoog als bij witte spiervezels en het uithoudingsvermogen niet zo goed als die van de rode spiervezels.
In vrijwel alle spieren van het menselijk lichaam zijn de drie types terug te vinden. De verhouding is erfelijk bepaald, maar is ook afhankelijk van de belasting die er op worden uitgeoefend. Dit kan je goed zien bij de kuitspieren. De kuit bestaat bij een ongetraind persoon ongeveer voor 50/50% uit type 1 en type 2B vezels. Bij topsporters, bijvoorbeeld marathonlopers bestaan de kuitspieren voor 90% uit rode spiervezels. Terwijl de kuit van professionele sprinters voor 80% uit witte spiervezels bestaat.
Blessures:
De meest voorkomende spierblessures zijn spierverrekkingen, spierscheuren, spierkneuzingen en klachten ten gevolge van overbelasting. Onderstaand gaan we deze blessures bespreken.
Een veel voorkomende term is de spierverrekking, hierbij worden de spiervezels tijdens inspanning teveel op rek gebracht. Over het algemeen vind hierbij geen schade aan de spier plaats. Hierdoor is het herstel vaak korter dan bij een spierscheur.
Bij een spierscheur is er sprake van een gehele of gedeeltelijke onderbreking van de spiervezels. Dit gebeurt vaak tijdens een explosieve inspanning (bijv. bij sprinten). De grootte van de scheur wordt onder verdeeld in 3 gradaties. Waarbij geldt: graad 1 <5% van de spier is beschadigd, graad 2 tussen de 5-50% van de spier is gescheurd en bij een graad 3 is sprake van een (sub-)totale spierscheur.

De eerste 2 gradaties komen het meeste voor bij explosieve sporten, zoals voetbal en hockey. Graad 3 komt minder vaak voor.
Ook komt een spierkneuzing vaak voor, een andere naam voor spierkneuzing is spiercontusie. Vaak ontstaat het doordat er direct hard contact is met een extern object. Denk hierbij aan het krijgen van een knietje tegen je bovenbeen, ook wel een ijsbeentje genoemd. De spier kan hierbij beschadigen, dan is er sprake van een kneuzing.

Overbelastingsklachten; bij te grote en/of teveel achtereenvolgende belastingen kunnen de spieren overbelast raken. De spieren zijn niet meer goed in staat te herstellen van de activiteit, doordat er teveel afvalstoffen worden aangemaakt en er onvoldoende tijd is om ze weer af te voeren.
Symptomen:
Blessures gaan gepaard met klachten/symptomen. Onderstaand is per aandoening uitgeschreven welke symptomen vaak voorkomen. Sommige symptomen komen overeen, terwijl andere juist verschillen.
- Spierscheur:
- Acuut schietend/stekend moment, soms gevoel alsof iemand tegen je aantrapt
- Pijn/onvermogen gebruiken van de spier
- Soms bloeduitstorting
- Verminderde flexibiliteit/stijfheid van de spier
- Soms is er een voelbare deuk in de spier
- Aanraking van de plek is pijnlijk
- De pijn is meestal erg lokaal
- Spierverrekking
- De pijn kan zowel direct na de verrekking, als pas na de activiteit of cooling down opkomen.
- Verkrampend gevoel
- Stijfheid in de betreffende spier
- De pijn is verspreid over een groter gebied
- De spier is gevoelig bij aanraking
- Over het algemeen geen bloeduitstorting of zwelling
- Spierkneuzing
- Een contact moment met een voorwerp of persoon
- Lokale bloeduitstorting en-of zwelling
- Pijn op de plek van contact
- Lokaal op de plek van contact een verharding van het weefsel
- Pijn bij het gebruiken van de spier
- Stijfheid-verminderde flexibiliteit van de spier
- Overbelasting
- Pijn in de spier die (meestal) niet lokaal is
- Gevoel alsof de spier zwaar is
- Gevoel alsof de spier strak staat
- Verhoogde spierspanning
- Verkramping in de spier

Oorzaken:
Er zijn vele mogelijke oorzaken voor spierscheuren en -verrekkingen. Onderstaand zijn een aantal belangrijke factoren opgesomd:
- Onvoldoende flexibiliteit van de spier
- De lengte van de spiervezelbundels
- De inplantingshoek van de spiervezels
- Een bewegingsbeperking in de gewrichten of spieren die van invloed zijn op de spier
- Onvoldoende spierkracht en/of uithoudingsvermogen van de spier
- Een eerdere spierscheur (in dezelfde spier)
- Overbelasting
- Vermoeidheid van de spier
- Slechte warming-up
Bij overbelasting zijn er een aantal overlappende factoren en:
- Plotse zware belasting van de spier
- Te weinig rust tussen belastingen
- Verkeerd opbouwen van trainingsbelasting
- Belasting langer uitvoeren dan de spier aan kan
Een groot deel van bovenstaande oorzaken zijn dus beïnvloedbaar! Samen met de fysiotherapeut kan er onderzocht worden welke factoren bij jou kunnen leiden tot een eventuele blessure. Deze kunnen behandeld worden bij een blessure, of nog beter om de klachten te voorkomen. Een spiercontusie kan niet preventief behandeld worden, aangezien de oorzaak een contactmoment is. Bij een forse contusie kan fysiotherapie wel helpen om sneller/beter te herstellen en weer te kunnen sporten.
Behandeling:
De behandeling bij spierblessures bestaat veelal uit actief herstel. Beginnend met een relatieve rustfase. De klemtoon ligt hierbij op relatief. Het is namelijk van belang om de spier binnen zijn belastbaarheid te blijven gebruiken, dit betekent lichtere activiteiten die geen pijn doen blijven uitvoeren. Volledige inactiviteit zorgt voor een langere herstelperiode, vanwege deze reden is geadviseerd snel een fysiotherapeutische revalidatie te starten bij een spierscheur. Eén week later starten geeft gemiddeld namelijk al een 3 weken langer herstelproces!
In de eerste fase van de revalidatie zal middels relatief lichte oefeningen de spier getraind worden zonder deze over te belasten. Gedurende het herstel zullen de oefeningen gestaagd opgebouwd worden in zwaarte en zal er uiteindelijk over gegaan worden in sport-specifieke oefeningen.
Verder zal binnen de behandeling van de fysiotherapeut gewerkt worden om de beïnvloedbare factoren aan te pakken. Bijvoorbeeld bewegingsbeperkingen in gewrichten opheffen. Echter zal de fysiotherapeut voornamelijk een begeleidende rol innemen, waarbij hij/zij zich bezig houdt met goede opbouw van oefeningen om in de volgende fase van het herstel te komen.
Bij grote (sub-)totale rupturen kan het zijn dat er geopereerd moet worden. Fysiotherapie na de operatie is aangeraden, om te zorgen voor een goed herstel en om de kans op een nieuwe scheur te verkleinen.
Preventie blessure:
Spierblessures kunnen je een aantal weken tot maanden aan de kant houden. Zoals aangegeven is de kans op spierblessures middels specifieke oefeningen aanzienlijk te verkleinen. Een fysiotherapeut die goed geschoold is op het gebied kan een oefenschema voor je opstellen. De oefeningen zullen gericht zijn op het verbeteren van de factoren die de kans op een blessure groter maken. Welke factoren bij jou aanwezig zijn zal bij de intake beoordeeld worden.
Essentieel op het gebied van preventie is goed revalideren van een spierblessure. Meer dan de helft van het her blesseren vindt plaatst binnen de eerste maand van de sporthervatting. Meestal is er dan niet goed/te kort gerevalideerd. Om veilig de sport te hervatten dient iemand pijnvrij te zijn en moet de kracht en flexibiliteit van de spier links-rechts nagenoeg gelijk zijn. Ook mag er geen angst zijn voor het belasten van de spier.